Verzonnen voorbeelden kinderen. Allemaal welkom!

Ik ben Lisa. Ik heb meer uitdaging nodig, veel aandacht en kan soms nog niet zelf tot rust komen omdat ik altijd wil bewegen en doen. ’s Avonds zit ik dan vol met indrukken en ik slaap slecht in. Ik sta niet graag stil bij wat ik voel. Ik praat nooit over al mijn intense emoties, maar ik ben wel hoog-gevoelig, dus er gebeurt veel in mij. Thuis zelf tot rustig spel komen (lezen, knutselen, huiswerk, klusjes) vind ik zo moeilijk dat ik constant aandacht vraag aan mijn vader en moeder en steeds activiteiten wil doen. De clubjes zijn niet aan te slepen en elke dag moet ik wel ergens heengebracht worden voor 30 minuten blokfluitles hier, 60 minuten gym daar en theater op zaterdag, helemaal in Amsterdam. Mijn ouders kunnen weleens wat langer achtereen rust gebruiken.

Ik ben Thomas. Ik ben een hoofdkind en zal mijn geliefden nooit lang knuffelen. Daar ben ik veel te ongeduldig voor. Én eigenlijk veel te gevoelig, want bij aanraking gebeurt er zóveel, dat het me stiekem overweldigt. Ik weet veel feitjes, praat aan 1 stuk door en maak anders veel geluid en liedjes. Misschien omdat ik niet wil horen wat ik allemaal denk en voel. Níemand die ik ken is hb of weet wat dat is. Ook mijn ouders niet. Ik ben er niet aan gewend met ontwikkelingsgelijken te spelen en te praten. Ik ben dus ook niet gewend dat ik niet de beste ben of dat iets soms moeilijk is en dat dat dan helemaal niet ‘gevaarlijk’ is. Als iets me moeilijk lijkt, word ik er bang van, maar zeg ik dat ik het stom vind. Als ik dan een beetje teveel aangespoord word, kan ik best agressief worden en schreeuwend wegrennen. Ik heb nog niet geleerd dat iets moeilijks gewoon doorzetten en tijd vergt en dat ik iets dat ik eerst stom vond (= eigenlijk gewoon moeilijk) kan overwinnen en dat ik dan juist geniet van wat ik eerst stom vond en van het besef dat ik iets heb geleerd.

Ik ben Maliah, meestal ben ik speels en vrolijk en zie je niet zo wat ik cognitief ook allemaal kan. Mijn ouders zeggen dat mijn hoofd veel kan. Ik vóel hun verwachtingen, terwijl ik op school alleen maar word geprezen. Tijdens het spelen overschreeuw ik mijn onzekerheid en verwarring hierover weleens door extra druk en lacherig te doen. Ook kan ik soms lekker kinderachtig doen, zelfs als een baby, omdat ik me geen houding weet te geven en ik niet wil dat er teveel van me gevraagd word. Ik doe dan heel onzelfstandig en wil dan niets meer alleen of zelf doen.
Ik kan ook weleens flink boos of brutaal zijn. Ze noemen me dan verwend. Eigenlijk komt dat vaak omdat ik me niet geloofd of gezien voel. Want ik weet ook wel dat ik meer kan, maar ik weet niet hoe ik dat eruit moet krijgen.

Ik heet Jorgos: Ik ben een lieve, gevoelige jongen. Buiten het gezin wek ik veel boosheid op bij anderen omdat ik zo eerlijk ben. Maar ik zie ook zoveel gebeuren bij mensen. Hun mond zegt vaak niet wat hun hart voelt. Hun ogen en lichaam geven andere boodschappen dan hun woorden. Ik vind dat vaak vals en ik erger me daar aan. Daarom confronteer ik iemand er soms mee of ga ik rare vragen stellen. Ze vinden me dan te kritisch. Maar omdat ik vind dat ik alles mag zeggen, zeg ik ook wat ik zie bij iemand.
Ik voel me zó anders in de klas en in mijn indirecte omgeving. Ik denk niet dat anderen echt weten wat ik kan en hoe ik denk, omdat ze mijn gedrag vaak alleen maar storend vinden.
Ik moet toegeven dat stiekem mensen op de kast jagen ook mijn hobby is, want dan gebeurt er tenminste wat in mijn verder saaie leven.

Ik heet Rachel. Ik durf nog net zachtjes te zeggen hoe ik heet. Ik observeer veel. Ze dachten dat ik autistisch was en ben getest. Het verslag van de test was niet heel eenduidig, maar ik loop duidelijk voor op cognitief gebied. Ik doe veel aan metadenken en ben zo stil omdat ik constant nieuwe vragen heb en er niet uitkom. Thuis kan ik niet ontspannen. Alles wat ik doe, moet perfect. Ik kan vaak heel lang niet slapen. Dat vertel ik bijna nooit, want ik ben een heel braaf kind, dat weet dat er verwacht wordt dat ze lief in bed blijft.
Áls ik eens uit bed naar beneden kom, of als ik ’s avonds voor het slapen iets belangrijks of moeilijks heb verteld, of als papa een heel mooi muziekstuk heeft opgezet of ik heb per ongeluk een stukje van het journaal gehoord, als bij het naar bed gaan mama me dan aait, dán komt alles los in een grote huilbui. Meestal val ik dan wel snel, maar uitgeput in slaap.

Deze kinderen en hun uitdagingen zijn fictief. Heb je zelf een echt of fictief stukje over een kind waarin je duidelijk de prachtige, komische, dramatische en/of bemoeilijkende uitdagingen naar voren ziet komen, mail me. Je kunt me ook bellen of afspreken, want bij ieder kind die de plusmiddagen gaat proberen, doe ik graag van te voren een kort interview met de ouders en schrijf ik zo’n soort samenvatting voor mijzelf (wat natuurlijk nooit voldoende is, maar me wel een stukje beeld geeft van het kind). Mogelijk vind je het dan goed als ik het anoniem op de website zet als voorbeeld.